Voor Floris was opa de man die alles wist. Een beetje een wetenschapper, net als Floris zelf. Spannend was opa ook. Ik vertelde altijd graag het verhaal dat wij als kinderen voor straf met ‘blote voeten naar bed’ moesten van opa. Dat was grappig maar ook een beetje streng vond Floris. Opa was ook een schilder, een kunstenaar. Floris is daar heel trots op want er hingen soms schilderijen van opa waar mensen naar konden kijken. Ook stond opa wel eens in de krant. Dan stond Floris te springen in de kamer en riep: ” Ik heb een beroemde opa hè!” Floris vindt dat hij op opa lijkt omdat ook hij graag schildert op grote vellen papier.
En nu is opa er niet meer. En ik moet dat aan Floris vertellen. Hoe doe je dat? Hoe vertel ik aan Floris dat hij niet meer in opa’s bibliotheekje kan zitten? Dat hij geen ingewikkelde vragen meer aan opa kan stellen? Dat opa niet meer bij ons komt eten en nooit meer op zijn verjaardag komt? Hoe vertel ik dat hij opa nooit meer zal zien?
Het is vrijdag en Jan heeft Floris net opgehaald van ‘Het Rond’. Hij komt vrolijk binnenwandelen. Ik besluit om in een paar korte zinnen uit te leggen wat er is gebeurd en heb geen idee hoe Floris zal reageren. Ik bereid mij op het ergste voor. Nadat ik kaarsjes heb aangestoken en de condoleance kaarten mooi heb gerangschikt op de kast, vraag ik Floris om even bij mij op de bank te komen zitten. Een beetje verbaasd kijkt hij mij aan. Meestal gaat hij bij thuiskomst eerst even en rondje door onze tuin, dat is hij zo gewend. Maar vandaag gaat het anders. Hij gaat zitten en wacht geduldig totdat ik wat ga zeggen. “Ik moet je wat vertellen”, begin ik ongemakkelijk. “Wat?” vraagt Floris. Dan vertel ik in een paar korte zinnen wat er is gebeurd en dat opa dood is. Ik registreer nauwkeurig elke beweging, elke spier in zijn gezicht. “Dat ik wel wat zuur voor mij”, zegt Floris. En meteen daarna: “Opa is al vier jaar niet zo gezond meer. Dat heb ik gezien. Hij is al vier jaar aan het sterven, ik was goed voorbereid”.
Het is even stil. daar zit ik dan, met de mond vol tanden. Ik was op alles voorbereid, behalve op deze woorden. Floris loopt naar de tuin en kijkt aandachtig naar wat groeit en bloeit. Hoe mooi en simpel kan het zijn. Floris observeert en neemt veel meer waar dan wij weten. Hij trekt zijn eigen plan en verwerkt dingen op zijn eigen manier. En terwijl wij druk bezig waren met ons eigen leven en niet in de gaten hadden dat mijn vader al heel langzaam, heel subtiel van ons weggleed, had Floris dat allang opgemerkt en een plek gegeven in zijn leven. Terwijl ik nog moet beginnen met rouwen, heeft Floris dat al vier jaar lang gedaan. Zonder woorden maar met zoveel meer gevoel. Ik voel me klein en steek nog maar een kaarsje aan. Laat ik nu zelf maar eens de tijd nemen om te rouwen.
En terwijl ik aan mijn vader denk en hem in gedachten zie zitten achter zijn schildersezel kijk ik in dankbaarheid terug op mijn leven met hem. Voordat ik het zelf in de gaten heb, rollen de eerste tranen al over mijn wangen.