Het is stil in de auto. Floris zit naast mij en kijkt door het raam naar buiten. Stilte voelt nooit vervelend als ik bij Floris ben. In tegendeel. Stille momenten naast Floris voelen voor mij als weldadig en vredig. Als ruimte waarin alles klopt. Niets en alles is belangrijk tegelijkertijd. Het is een simpelweg volledig aanwezig zijn in het moment.

Ik trek deze stilte aan als een gewaad en voel mij volkomen vrij. Vanuit de stilte klinkt opeens de stem van Floris: “Mama, ik voel mij veilig bij jou!¨ Zonder na te denken zeg ik: “Ik voel mij ook veilig bij jou!”. Hij kijkt mij even aan en zijn blik vertelt mij dat hij begrijpt wat ik bedoel.

Floris, die maar moeilijk kan communiceren en beperkt wordt genoemd leert mij keer op keer terug te gaan naar de kern, de basis. Waar alles goed is en vredig. Hij leert mij anders te kijken naar het begrip ‘beperking’. Floris moest eens weten hoe veilig ik mij op dit moment voel bij hem. Hier, in dit moment is helemaal geen beperking aanwezig.

De auto rijdt verder. Straks zijn we er en dan moeten we ons weer staande houden in een beperkte wereld.

Laat de auto alsjeblieft nog even doorrijden….